Give a voice to the voiceless

 

Zelfs wie nooit z’n stoel draaide voor ‘The Voice’ deed dat de voorbije tijd wel. Dat had alles te maken met wat het online programma ‘Boos’ van Tim Hofman over dit kijkcijferkanon naar buiten bracht. Wat ongehoord is werd hoorbaar gemaakt. We reageerden geschokt, verbijsterd, boos. En terecht. We mogen niet wegkijken van grensoverschrijdend gedrag, ons niet doof houden voor mensen die slachtoffer zijn van machtsongelijkheid. 

 

Toch voelt alle ophef nu ook wel wat ongemakkelijk. Kijk, ‘The Voice’ genereert wel exposure. Het programma is mediageniek en dus is ook misselijkmakend nieuws als vanzelf goed voor headlines op TV en in de krant. En terecht dat de spotlights dan net zo goed staan op wat achter de schermen gebeurt. Maar op nog zoveel meer plekken zijn mannen, vrouwen en kinderen dagelijks of zelfs al jarenlang slachtoffer van grensoverschrijdend gedrag en machtsongelijkheid. Of dat nou gaat om seksueel misbruik, gender gerelateerd geweld, moderne slavernij, intimidatie van mensen vanwege hun geloofsovertuiging, volkenrechtelijke misstanden of wettelijke bepalingen die maken dat binnen landsgrenzen de een meer gelijk is dan de ander. Ik heb nog niet meegemaakt dat daarover een programma is gemaakt dat 8 miljoen streams haalde. Wat is er nodig willen wij en masse boos worden?

 

Toen Marc Dullaert in 2002 aan Desmond Tutu vertelde dat hij graag veel meer stem wilde geven aan de kinderen en jongeren in onze wereld en daarvoor de organisatie KidsRights (en later ook de Kinder Vredesprijs) in het leven wilde roepen, reageerde Tutu met de woorden: ‘Ahhh, you want to give a voice to the voiceless!’ Het zou het parool worden van KidsRights. Maar ook in mij vibreren deze woorden als het gaat om waarom ik op wil komen voor de plek en de rechten van het Palestijnse volk op dat ‘hele kleine stukje aarde.’ Niet omdat Palestijnen mij heiliger zijn dan hun Israëlische buren. Wel omdat ik verbijsterd ben over het grensoverschrijdend gedrag dat voor mij spreekt uit de groeiende nederzettingen op de Westbank en over de machtsongelijkheid die voor mij spreekt uit de zoveelste huisuitzetting van Palestijnse families.

 

Ondertussen blijf ik hopen dat op een dag de instrumenten om tot vrede te komen opnieuw gestemd zijn en ik mijn stoel kan draaien voor een bijzonder duet. En dat, als ik hen dan vraag naar de titel van dit meertalige lied, ze mij zullen antwoorden: ‘Nieuwe Hoop.’

 

 

 

Dit delen: