Close

 

 

Vuur boven Gaza-stad na een luchtaanval door Israël eerder deze maand. Over de levensomstandigheden van de Palestijnen in de bezette gebieden en in Israël zelf zijn er de afgelopen tijd belastende rapporten verschenen. (beeld afp / Mahmud Hams)
 
 

Het Nederlands Dagblad had de moed, op 25 juli een reactie van Erik Ader op een column van Aad Kamsteeg te plaatsen. Waar blijven de andere media? 

 

Erik Ader werkte wereldwijd als diplomaat en ambassadeur, auteur van ‘Oorlog en Oceanen’, een geschiedenis over de rol en impact van grootschalige hulp van zijn ouders aan Joodse landgenoten in de Tweede wereldoorlog.

 

In het Israëlisch-Palestijns conflict is het niet moeilijk de hoofdschuldige aan te wijzen. Israëlische zionisten begaan misdrijven tegen de menselijkheid.

Het zoeken van de nuance is prijzenswaardig, maar in de column van Aad Kamsteeg, van 18 juli, over het Israëlisch-Palestijns conflict, leidt dat al te makkelijk tot de conclusie ‘waar twee kijven, hebben twee schuld’, terwijl de hoofdschuldige voor het ontstaan en voortduren ervan zonder veel moeite geïdentificeerd kan worden.

Het zionisme als drijvende kracht achter de stichting van een eigen staat voor het Joodse volk in Palestina was een reactie op het opkomend antisemitisme in met name Oost-Europa en een kind van zijn tijd: nationalistisch, kolonialistisch, seculier. In die tijdgeest werd het ook acceptabel geacht andermans land in bezit te nemen. 

De geestelijke en politieke vaderen van het zionisme – Theodor Herzl, David Ben-Goerion, Josef Weitz – getuigden in hun dagboeken van de noodzaak de Palestijnen te verdrijven. Aldus geschiedde. Etnische zuivering: in het volkenrecht geldt dat als een misdrijf tegen de menselijkheid. Het is de oerzonde van Israël, aldus de Israëlische auteur Benjamin Beit-Hallahmi.

 

Onrecht aan Palestijnen

 

Israël wordt gedefinieerd als een apartheidsstaat.

Dat Joden en Arabieren quitte zijn komen te staan door de verdrijving van de Joden uit Arabische landen en Iran is een bekende Israëlische claim. Over het hoofd wordt gezien dat het anti-Joodse sentiment in deze landen pas ontstond door het onrecht dat de zionistische beweging de Palestijnen aandeed. 

Dat Israël het nodige ondernomen heeft om deze vluchtelingenstroom op gang te brengen en te houden door sabotageacties in en agressie tegen de Arabische buurlanden blijft bij die claim een onderbelicht feit. 

Hadden de Palestijnen het verdelingsplan van de VN van september 1947 dan maar moeten accepteren? In dat plan was aan de nieuwkomers in Palestina 55 procent van het territorium toegedacht, terwijl zij 30 procent van de bevolking uitmaakten: voor de nieuwkomers drie keer zoveel territorium als voor de autochtonen. 

Het plan vroeg van de Palestijnen bovendien dat zij zouden accepteren dat een half miljoen van hen óf onder vreemde overheersing zou worden gebracht (zij voorzagen dat de Palestijnen in een Joodse meerderheidsstaat tweederangsburgers zouden worden) óf naar elders zouden moeten vertrekken, met achterlating van hun bezit aan huizen en landerijen. 

De omringende landen wezen het plan onder andere vanwege deze onbillijkheden eveneens af. Zouden wij Nederlanders zo’n plan geaccepteerd hebben?

 

Uit de weg geruimd

 

De rode draad die door de geschiedenis loopt, is de maximalistische, compromisloze houding van de zionisten. Het streven was en is een eigen staat met zoveel mogelijk land met zo min mogelijk oorspronkelijke bewoners. Wie bij dat streven in de weg liep werd uit de weg geruimd; van Jacob Israël de Haan, via Graaf Bernadotte tot en met premier Rabin.

Met de verovering van de Westbank en Gaza kreeg deze expansiedrift een nieuwe en krachtige impuls, nu ook gedragen door de Joodse orthodoxie, die zich eerst tegen het zionisme had gekeerd. Kort na de verovering werden de eerste nederzettingen gesticht en zij zijn sindsdien in een steeds hoger tempo en steeds openlijker uitgebreid, de Palestijnen opsluitend op een steeds krimpend areaal in een aantal economisch en staatkundig niet-levensvatbare bantoestans (’enclaves’) à la Gaza. 

Over de levensomstandigheden van de Palestijnen in de bezette gebieden en in Israël zelf zijn er de afgelopen tijd rapporten verschenen van internationale, gerenommeerde mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en Human Rights Watch, alsmede van enkele van hun Israëlische zusterorganisaties. Hun conclusies zijn meer dan belastend voor Israël: het land wordt gedefinieerd als een apartheidsstaat. Het is een conclusie die iedereen die het conflict volgt had kunnen trekken. 

Het is een navrante constatering naast de passage in de Balfour-verklaring ‘(…) dat als vanzelfsprekend wordt aangenomen dat niets zal worden gedaan dat inbreuk zou kunnen maken op de burgerlijke en godsdienstige rechten van de bestaande niet-Joodse gemeenschappen in Palestina’. In die verklaring uit 1917 gaat het ook over Britse steun voor de stichting van een Joods nationaal tehuis in Palestina. Dat dat een Staat zou moeten worden, staat er niet.

 

Palestijnse concessies

 

Het zou onrechtvaardig zijn als alle concessies van één kant moeten komen, meent Kamsteeg. Daar ben ik het van harte mee eens, maar dat is ondertussen al lang het geval: de Palestijnen waren in een vredesregeling bereid genoegen te nemen met de bezette gebieden, 22 procent van hun oorspronkelijke territorium, en bereid ook het recht op terugkeer van alle vluchtelingen tot onderwerp van onderhandelingen te maken. 

De Arabische Liga accepteerde op een topconferentie in 2002 een plan van Saoedi-Arabië voor een soortgelijke, allesomvattende vredesregeling, bekrachtigd in 2007. Hamas onthield zich toen van stemming, hetgeen als een stilzwijgende acceptatie gezien moet worden. Hamas heeft sindsdien meer dan eens laten weten bereid te zijn Israël binnen de grenzen van 1967 te erkennen, mits aan een aantal voorwaarden zou zijn voldaan. Israël negeert het allemaal. Liever land dan vrede, hoeveel concessies de Palestijnen ook maar bereid zijn te doen om het conflict op te lossen.

Empathie met het lijden van het Joodse volk in de holocaust heeft al te lang Israëls wandaden jegens de Palestijnen met de mantel der liefde bedekt; het is hoog tijd het land nu eindelijk eens te gaan houden aan zijn verplichtingen onder het internationaal recht.