Munther Isaac in The Other Side of the Wall
Kerstfeest is een heel speciale tijd in Bethlehem. Terwijl onze stad door een groot deel van de wereld wordt bezongen, worden wij overstroomd door pelgrims, toeristen en journalisten vanuit de hele wereld. Er zijn zo veel godsdienstige en politieke evenementen in de stad dat er gewoonlijk in Bethlehem met Kerstmis letterlijk “geen plaats is in de herberg”. Voor een kort ogenblik vergeten we de muur.
Maar er waren ook vaak tijden, waarin we Kerstfeest gevierd hebben in Bethlehem te midden van conflict en onrust, wanneer de straten in Bethlehem in veel opzichten ‘donker’ waren; in tijden dat er gewelddadige botsingen waren was de stad stil en uitgestorven. Herinneringen aan de Tweede Intifada, toen de stad belegerd was en de bouw van de muur begon, liggen de inwoners van Bethlehem nog steeds vers in het geheugen.
Toch is Kerstfeest altijd een tijd waarin we erbij bepaald worden dat God ons heeft bezocht. Dit historische bezoek (dat nog steeds plaats vindt) geeft ons hoop. Jezus werd geboren in een tijd van wanhoop, toen velen allerlei verwachtingen koesterden. Palestina was in de tijd van Jezus in beroering. De mensen leefden onder bezetting en werden onderdrukt. Het keizerrijk was sterk en actief. Hoe dikwijls de bewoners van het land Palestina ook probeerden in opstand te komen om hun vrijheid te herkrijgen, ze werden altijd weer onderworpen. Het keizerrijk was meedogenloos in de manier waarop het bepaalde wat het volk meemaakte.
Het land was ook een plaats waar religie een sterke factor was. Religie bepaalde de structuur van de gemeenschap. Er waren altijd discussies over de juiste manier van God dienen, over de traditie of de interpretatie. Men nam aan dat, wanneer het Joodse volk op de juiste manier God zou dienen, het bevrijd zou worden van de Romeinen. Dit veroorzaakte een klimaat van religieuze trots, de overtuiging van het eigen gelijk, en controle over wie anders was. Jammer genoeg veranderen sommige dingen nooit!
Het land was ook een plaats van verwachtingen. De mensen van het land waren ervan overtuigd dat God zou ingrijpen in onze wereld en die tot een betere plaats zou maken. Er was hoop dat God zou terugkeren naar Jeruzalem en een koninkrijk zou stichten dat zou opstaan tegen alle andere koninkrijken en keizerrijken. Velen gingen er van uit dat dat de Messias elk ogenblik kon komen om het volk te verlossen en een oordeel te vellen over de vijanden van het volk van God. Hij zou gerechtigheid en vrede brengen – tenminste volgens hen die zijn komst verwachtten.
De geboorte van Jezus betekende het einde van deze periode. God bezocht een lijdend volk, in het alledaagse lichaam van Jezus.
Gezegend zij de God van Israël.
Want hij heeft zijn volk bezocht en verlost.
Hij heeft een hoorn van heil voor ons doen verrijzen
In het huis van zijn kind David.
(Lucas 1: 68-69)
Verbazingwekkend (of misschien toch niet zo – ): de omstandigheden waren hier toen Jezus werd geboren niet zoveel anders dan vandaag. Ook in zijn context was er sprake een keizerrijk, van bezetting, checkpoints, ondervraging, corruptie, verschil tussen de armen en de rijken, geweld door het leger, muren van vijandigheid en haat, intifada’s, verwoeste steden, vluchtelingen, obsessie met het einde der tijden, religieus geweld en dood. Het lijkt wel alsof het land nooit vrede heeft gekend. De mensen van dit land en deze streek hebben door de eeuwen heen voortdurend geschreeuwd: Wainak Ya Allah? (Waar is onze God?).
Wonderlijk, het was hier en het kon alleen maar hier zijn, dat God ervoor koos mens te worden en deel te worden van deze puinhoop. Heb je je ooit afgevraagd waarom God ervoor koos om naar Bethlehem te komen? In Palestina? In het Midden Oosten? Als er één plaats is die het wanhopig en voortdurend nodig heeft te zien dat “de machtigen van hun troon gestoten worden” of ”de hongerigen overladen met goede gaven”, zoals Maria zong, dan is het deze plaats. Als er ooit een plaats is die het wanhopig en voortdurend nodig heeft de woorden van de engel te horen, die “vrede op aarde” aankondigt, dan is het deze plaats. Als er ooit een plaats is die wanhopig en voortdurend bezoek van God nodig heeft, een bezoek van de God die liefde, genade en medelijden is, dan is het deze plaats. De incarnatie moest hier wel plaats vinden.
Toen God één van ons werd, was het in de vorm van een baby – het ultieme symbool van nieuw leven, schoonheid en eenvoud, maar ook een symbool van zwakheid, kwetsbaarheid en onschuld. Zo werd God menselijk.
Hij deed dit door lid te worden van een arm en eenvoudig gezin. “Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares”, zei Maria (Lucas 1: 48). Christus kwam in een gezin dat dakloos was in die tijd, zonder slaapplaats. Later werd deze familie vluchteling, ze gingen op reis en verlieten hun huis om veiligheid en bescherming te zoeken.
In de tijd van Jezus er was een aanval op de kinderen van Bethlehem, een terreuraanval door de staat, niet minder. Deze aanval was van politieke aard, gericht op zelfbescherming en veiligheid, en werd uitgevoerd door de soldaten van Herodes, agenten van het keizerrijk.
Het kerstfeest herinnert ons er aan dat God ons heeft opgezocht en dat God niet ophoudt tussen ons te wonen vandaag. Ik denk dat we God heel vaak missen en het niet verwachten de Schepper van de wereld te zien wonen in nederigheid en armoede.
Meestal zoeken we God op de verkeerde plaatsen: in mooie paleizen en tempels, in de macht van legers, tussen de rijken en machtigen en misschien ook in rijke en succesvolle kerken. ´Natuurlijk is God met hen´, denken we dan.
Kerstfeest laat ons niet vergeten dat we, om God te vinden, moeten zoeken op onverwachte plaatsen. Als je God vinden wilt in onze verstoorde en verloederde wereld, zoek God dan in een grot, bij een dakloos gezin. Zoek God te midden van vluchtelingen. Zoek God op plaatsen waar lijden, verschrikking en dood is. Zoek God in oorlogsgebieden. Zoek God achter de muur.
Als je God wilt vinden in onze verstoorde wereld, dan zul je hem vinden aan een kruis, geslagen, vernederd, en stervend als slachtoffer van religieus geweld en geweld van de staat, opdat wij leven in overvloed zouden hebben. Daarom is de boodschap van Kerst een boodschap van troost voor ons. De beroemde woorden van Jesaja laten vandaag weer de hoop horen, zoals ze dat duizend jaar geleden deden:
“Troost, troost mijn volk, zegt jullie God” (Jesaja 40:1).
Waarom? Omdat God komt!
“Baan voor God een weg door de woestijn”(Jesaja 40:3).
God heeft ons bezocht en we zijn niet achtergelaten zonder hoop. We leven niet met wanhoop.
Bovendien: Kerstfeest leert ons dat God partijdig is. Hij koos ervoor met ons te lijden. Hij nam deel aan onze vuile en lelijke wereld, hij koos voor de onderdrukten, de zwakken, de kleinen en de armen.