De Internationale Christelijke Ambassade in Jeruzalem, één van de meest prominente christelijke pro-Israël organisaties, is jaarlijks gastheer van bijeenkomsten waar het Loofhuttenfeest wordt gevierd. Dit feest wordt aangekondigd als een ‘wonderbare voorsmaak van de toekomstige tijd waarin alle volken naar Jeruzalem zullen komen om het Loofhuttenfeest te vieren’ en als ‘een profetie over de spoedige komst van onze Heer’. Duizenden christenen uit vele landen komen naar deze royaal gefinancierde jaarlijkse samenkomst en zij marcheren door de straten van Jeruzalem met Israëlische vlaggen en banieren, waarmee zij hun christelijke steun aan Israël uitdrukken. De Palestijnse christelijke gemeenschap in Jeruzalem is daarover verontwaardigd en schaamt zich hier zelfs voor. Deze mensen moeten dan namelijk aan hun islamitische naasten uitleggen dat zij zich van deze christenen distantiëren.
Bij zo’n conferentie horen kerkdiensten, lezingen en seminars die meestal worden geleid door evangelicale leiders, experts op het gebied van profetieën. Alles draait om Israël en de plaats van het Joodse volk in het plan van God. Daarnaast is het bijna traditie dat Israëlische politici, waaronder premiers, deze conferenties toespreken.
Ik wil hier even bij stil staan. We hebben het hier over duizenden christenen uit verschillende landen, honderdduizenden dollars (als het er niet meer zijn), zang- en gebedsbijeenkomsten – niet om vrede of recht, maar om één natie te vieren! Er is geen enkele aandacht voor de Palestijnen die in dit land wonen. Voor hen zijn wij onzichtbaar, aan de andere kant van de Muur.
Als duizenden mensen naar Jeruzalem komen, wordt er een fortuin gespendeerd aan de huur van gigantische arena’s, bussen, gidsen voor de toeristen en aan voedsel. Al dit geld wordt ingezet om de deelnemers na een hyper-spirituele ervaring in Jeruzalem naar huis te laten terugkeren. Ik daag deze gelovigen uit, zich er een voorstelling van te maken hoe het eruit zou zien als deze duizenden de straten van Jeruzalem zouden overstromen om uitdrukking te geven aan hun liefde voor alle mensen, zonder aanzien van de religie die zij aanhangen, en voor iedereen die zij ontmoeten getuigen van de daadwerkelijke nederige liefde en nederigheid van Christus en van zijn redding.
Bijeenkomsten als deze doen mij altijd denken aan de profeet Amos, tussen haakjes afkomstig uit Bethlehem, die op profetische wijze waarschuwde tegen wat wij vandaag misschien wel ‘een luidruchtige kerk’ zouden noemen. Hij sprak duizenden jaren geleden over de onoprechte religiositeit oftewel de spiritualiteit van onverschilligheid en apathie.Ik heb een afkeer van jullie feesten, ik wijs ze af, jullie samenkomsten verdraag ik niet.
Ik schep geen behagen in de brand- en graanoffers die jullie mij brengen; de vetgemeste beesten van jullie vredeoffers keur ik geen blik waardig. Bespaar mij het geluid van jullie liederen; de klank van jullie harpen wil ik niet horen. Laat liever het recht stromen als water, en de gerechtigheid als een altijd voortvloeiende beek. (Amos 5:21-24) Amos helpt ons in deze verzen in te zien, wat het inhoudt, in God te geloven. Wat betekent het om in verbond met God te leven? Wat is ware spiritualiteit en ware religie? Amos beschrijft hier de essentie van echte en valse spiritualiteit.
Op dit moment is het voor veel christenen mogelijk om binnen hun comfortzone te blijven door geld te geven aan liefdadige doelen en aan de armen. Dat geeft ons een goed gevoel en het bevrijdt ons van het schuldgevoel dat velen van ons hebben bij ons bevoorrechte leven, maar het is te gemakkelijk om alleen van individuele schuld te spreken. Ook de kerk van nu is onverschillig! We moeten inzien dat werken aan gerechtigheid meer is dan geld geven aan de armen. Een bekend gezegde luidt: liefdadigheid is nooit een vervanger voor gerechtigheid. Zij die lijden onder onrecht willen geen pleister op hun wond. Zij willen dat de oorzaak van de wond verdwijnt. Wonden verbinden is gemakkelijk en het voelt goed, want je blijft in jouw veilige zone. Je hoeft je dan niet bezig te houden met het aan de kaak stellen van systemen, je hoeft dan geen politici of extremisten tegen te spreken. Helaas geeft de kerk eerder de voorkeur aan het bedekken van wonden dan aan het ter sprake brengen van de bron van de pijn. De kerk heeft het bedekken van wonden tot kunst verheven.
Om met Bonhoeffer te spreken: ‘Wij zijn er niet om alleen maar wonden te verbinden van de slachtoffers die tussen de wielen zijn geraakt van een systeem dat hen onrecht doet, wij moeten een spaak in het wiel zelf steken’
In het aangezicht van de tragedies van deze wereld die we vandaag onder ogen moeten zien, vragen velen zich af: ‘Waar is God?’ Ik denk dat er een andere vraag gesteld moet worden. Niet: ‘Waar is God?’ maar: ‘Waar was de kerk?’
Ik stelde, samen met veel andere Palestijnse kerkleiders, vast dat de kerk in het westen onderdeel van het probleem in ons conflict is geweest. Nu is het de tijd dat de kerk onderdeel van de oplossing wordt.
Munther Isaac in “The other side of the wall’