Tamer is vanwege de binnenkomst van de patriarch vandaag aan het trommelen met de scouts van zijn school. De Kerstfestiviteiten zijn hier altijd een moment van je oprichten, je bent er, ondanks een bezetting die volgend jaar dus vijftig jaar gaat duren. Was de resolutie van de Veiligheidsraad gisteren een Kerstcadeau? Op zich valt er niet veel te juichen gegeven de komst van Trump die pro-nederzetting is.
Maar twee dingen vallen me op. Ten eerste dat de resolutie bevestigt dat de nederzettingen in Palestijns gebied, inclusief Oost-Jeruzalem, ‘geen juridische geldigheid’ bezitten en een flagrante schending zijn van het internationale recht. Ten tweede dat de resolutie potentieel kan worden gebruikt om druk op Israel uit te oefenen, waar het zegt dat alle staten in hun relevante bezigheden onderscheid moeten maken tussen het territoir van de Israelische staat en de gebieden die sinds 1967 bezet zijn. Er worden geen instrumenten aangeleverd, maar staten kunnen de resolutie zo lezen dat ze opgeroepen worden om instrumenten te gebruiken. Ondanks alles, toch een lichtpuntje, even oprichten.
Zelf ervaar ik momentjes van oprichten verder vooral in de micro-gebeurtenissen van het dagelijks leven. Een apotheker vroeg me laatst waar ik vandaan kwam. Uit Nederland, zei ik. “Danke schon,” zei hij. Nee, dat is Duits. Het is “Dank je wel.” “Dank je wel,” herhaalde hij en hij gaf me een hartelijke klap op de vlakke hand, zoals hier gebruikelijk bij momenten van echt, vrolijk contact. Noem het een kwinkslag.
Of een paar dagen geleden bij de bakker. Vanuit mijn ooghoeken opzij zag ik in de winkel een van de eigenaren zitten eten, groette hem heel hartelijk, doe dat niet zo vaak. “Ya habibi” (oh lieverd) riep hij uit, kull sane inte salem – gefeliciteerd (met de Kerst). Even weer dat momentje dat je je interactief weer mens voelt – hij en ik, ondanks het vroege uur.
Of gisteren, toen ik op bezoek bij de oogarts in gesprek raakte met een nadrukkelijk moslims geklede assistente. Ze lette goed op dat de adjnabi (buitenlander) op tijd aan de beurt kwam. Op mijn arabische zinnen antwoordde ze consequent in het Engels. Aan het eind moest ze even naar de juiste woorden zoeken, maar toen kwam het er met een stralende glimlach uit, terwijl ik al het trapje naar buiten afliep: “Happy Christmas!”
Toine van Teeffelen