‘Soemoed en vrijheid’ is het motto van de publieke bijeenkomst van het Arab Educational Institute (AEI) in Bethlehem op maandag 5 juni, ter herdenking van 50 jaar bezetting. Ze vindt plaats voor de Muur in Noord-Bethlehem. De Muur is realiteit en symbool van bezetting alsmede van de opgelegde fragmentatie van het Palestijnse land en volk. Een paar honderd mensen, waaronder de burgemeester van Bethlehem en een bezoekersgroep van Pax Christi Duitsland, nemen deel aan een programma dat zich vervolgens uitstrekt naar de dinsdag met een gemeenschappelijke Iftar [de avondmaaltijd na het vasten tijdens Ramadan] op dezelfde plaats.
Het Palestijnse concept van soemoed, letterlijk standvastigheid of volharding, staat voor de verbinding met het land, de mensen, de traditionele cultuur. Een kinderprogramma van ‘Inad Theater uit Beit Jala laat hilarische conversaties zien tussen een opa en zijn kleinkind over o.a. de gezondheidseffecten van het eten van vers fruit van het Palestijnse land dat in feite nu voor een belangrijk deel buiten bereik ligt. Hoe je ritmisch te verbinden met het land wordt levendig uitgedrukt door een jongeren dabkeh [volksdans] groep uit het dorp Waad Foukien nabij Bethlehem. De vrouwen van het Bethlehem Soemoed Koor laten het cultureel erfgoed zien in hun liedjes en de traditionele rood geborduurde klederdracht.
Vanouds moedigt het Arab Educational Institute “samenleven” aan binnen de Palestijnse gemeenschap, over allerlei interne culturele en religieuze grenzen heen. Dit schooljaar organiseert een groep jongeren van het Jongeren Mediahuis van het AEI en de Grieks-Katholieke school in Beit Sahoer excursies naar islamitisch-christelijke plaatsen op de Westoever om dit samenleven van binnenuit te versterken. Zij presenteren hun conclusies in een geïnspireerde en met overtuiging uitgesproken verklaring. De samenlevingsprincipes worden de volgende dag in de praktijk gebracht in een gastvrije Iftar maaltijd, die begonnen wordt met de traditionele gezonde dadels. Aan tafel schuiven meer dan honderd moslimse en christelijke godsdienstdocenten met aanhang aan in de aanwezigheid van enkele plaatselijke moslimse en christelijke religieuze persoonlijkheden.
De roep om vrijheid wordt gehoord via de swingende muziek van de Bethlehemse zanger George Thalgieh en de jongeren muziekgroep Sawa [samen], die The Human Rights Song zingt: “The world should be a fair place, where we can all live in peace.”
De internationale betrokkenheid is in twee richtingen. De meeste van de 50 nieuwe Engelstalige posters staan nu op de Muur als deel van het “Muurmuseum.” Zij geven achtergrondinformatie over de verhalenthema’s die in de bestaande Muurposters zijn uitgewerkt. Elke nieuwe poster licht een bijzondere dimensie van bezetting toe –de vele vormen van fysieke en psychologische druk die individuen en de Palestijnse gemeenschap als geheel ervaren, waaronder huisverwoestingen, ondervragingen, uitgaansverboden, geweld van kolonisten, en zo verder. Maar om te tonen dat mensen niet alleen slachtoffers zijn, beschrijven de posters ook 50 vormen van soemoed parallel aan die 50 schaduwen van bezetting. De definities van soemoed worden ondersteund met grote kleurrijke tekeningen en schilderingen van Palestijnse vrouwen en jongeren, de afgelopen maanden vervaardigd met de facilitering van Nederlandse en Duitse kunstenaars.
Omgekeerd dragen 20 internationale kunstenaars of groepen van kunstenaars bij aan een roterende digitale tentoonstelling die te zien is op een scherm achter het podium. De werken tonen visies van bezetting en vrijheid. Sommige kunstenaars scheppen ‘abstracte’ ruimtes van verenging, tekenen het lot van Gaza in subtiele vormen, schilderen de ziel van het Palestijnse volk, laten een vogeltje poëtisch zingen op de top van de Muur, tonen de ellendige leefomstandigheden van vluchtelingenkampen in Griekenland (waarbij je automatisch denkt aan Palestijnse kampen), zingen een Bijbels geïnspireerde vredesboodschap. De Nederlandse Marlies Verda is bij de gelegenheid aanwezig en vertelt hoe zij als beeldend kunstenaar op zoek was naar de menselijke gezichten van voor haar onbekende voorouders die stierven in de Tweede Wereldoorlog. In een serie van zelfportretten creëert zij die gezichten, maar op een manier dat iedereen zijn of haar eigen gezicht en menselijkheid erin kan projecteren: “Het kan ikzelf zijn, jij kan het ook zijn.” Menselijke verbinding is haar sleuteluitdrukking.
Het AEI wil graag de volgende mensen bedanken:
– De kunstenaars die het maken van de tekeningen en schilderingen van Palestijnse jongeren en vrouwen faciliteren, met name Ada Krowinkel en Angela Blackwood.
– Degenen die een bijdrage hebben geleverd aan de crowdfundingsinitiatieven en hen die ze hebben georganiseerd, waaronder Johanna en Ida uit Duitsland en de Friends of Young Bethlehem in Nederland.
– De deelnemende Palestijnse kunstenaars: George Thalgieh, Bethlehem Soemoed Koor, Sawa, de Wadi Foukeen dansgroep [dabkeh].
– De bijdragen van de volgende kunstenaars en kunstenaarsgroepen: Christine Bader (Duitsland), Klaus Fezer (Duitsland), Forschungsgruppe Kunst (Duitsland), Sibylle Hofter (Duitsland), Roger Iredale (Engeland), Ada Krowinkel (Nederland), Mélina Mauberret (Frankrijk), Lidy Meier (Nederland), Christa Niestrath (Duitsland), Armin W. Nimra-Ruckerbauer (Oostenrijk), Gangolf Peitz (Duitsland), Anke Pfaundler-Spiegel (Oostenrijk, Duitsland), Carla Rus (Nederland), Gudrun Ryssel (Duitsland), Elena Sofia Stranges (Italië), Unamore (Nederland), Marlies Verda (Nederland), Peace Choir, Oisterwijk (Nederland), Thijs Verster (Nederland), Willem Vreeswijk (Nederland).
Toine van Teeffelen, Arab Educational Institute