Verhalen van hoop

Op de Westelijke Jordaanoever zoeken jongeren uit verschillende tradities en religies elkaar opnieuw en zij vinden elkaar ook. Islamitische en christelijke feesten blijken daarbij een belangrijke verbindende rol te spelen. Terwijl de wereld wordt verscheurd door de exclusieve claims die op grond van religieuze overtuigingen wederzijds worden gelegd, worden in Palestina in islamitische en christelijke kringen rond religieuze hoogtepunten wederzijdse openheid en saamhorigheid aan de dag gelegd.

Lees meer hierover in een artikel over het project ‘Burgerschap en verscheidenheid, hoe moslims en christenen samen leven’ van het Arab Educations Institute in Bethlehem.

Jamila, een islamitische vrouw uit Beit Sahour koestert bijzondere herinneringen aan de Kersttijd in haar voornamelijk christelijke woonplaats:

“Toen ik zes jaar oud was woonde ik bij de plek die wordt aangewezen als “het veld van de herders”. Ik was er aan gewend daar mijn christelijke en islamitische vrienden te ontmoeten om daar – voordat de Kerstnachtdienst begon – te bidden en kerstliederen te zingen. Bij die nachtelijke gelegenheid droegen wij olielampen en liepen we blootsvoets naar de plaats waar de herberg wordt gesitueerd  om ons te identificeren met de herders die – geleid door de ster – aankwamen bij de plaats waar Jezus, de vorst van de vrede, werd geboren. Ook herinner ik mij levendig hoe bij het Kerstfeest onze christelijke buren bij ons op de deur klopten om ons Kerstcadeautjes en lekkere dingen aan te bieden.  Wij, moslims, op onze beurt, deden hetzelfde. Bij islamitische feesten boden wij hen aan het einde van de ramadan cadeautjes en bijbehorend snoepgoed aan zoals katayef, een soort zoete bol gevuld met slagroom of noten zoals die ook wordt gegeten op de avonden tijdens de ramadan.”

Ook in steden als Jeruzalem en Ramallah, waar moslims een meerderheid – en christenen een minderheid vormen en waar die twee groepen toch in vrede samenleven, vinden we sporen van tradities waarin moslims en christenen samen komen door eigen (religieuze) grenzen te overschrijden.  Zo is er bijvoorbeeld een interreligieus scholenproject met de naam “Verscheidenheid en burgerschap” met als ondertitel:  hoe christenen en moslims samenleven. Leerlingen uit de omgeving van Bethlehem en Ramallah onderzoeken en verzamelen verhalen over gewone gezamenlijke   praktijken, zoals moslims en  christenen die elkaar wederzijds uitnodigen voor een gezamenlijke maaltijd tijdens de ramadan, het verven van Paaseieren of het optuigen van een kerstboom. Veel van deze verhalen gaan niet alleen over de dagelijkse praktijk die nog steeds bestaat, en die in de laatste decennia onder druk is komen te staan, maar ook over een sterke humanistische traditie, hooggehouden in de Palestijns-Arabische cultuur die gastvrijheid en solidariteit tussen buren hoog in haar vaandel draagt.

Daar zijn veel verrassende voorbeelden van te geven. Christenen, bijvoorbeeld, helpen moslims om zich aan de Ramadan te houden. Zo kun je in de straten van Ramallah of Nablus christelijk-Palestijnse kinderen tegenkomen die water en dadels uitdelen op de avonden in de tijd van ramadan. Een leerling schrijft over haar dorp en vertelt dat de priester de kerkklokken luidde om aan te kondigen dat de Ramadan voorbij was en dat het Suikerfeest ging beginnen. Hij nam dat over van de imam. Die kon niet, want hij was ziek.  Zo vertelde ons een christen dat hij ooit de rol van mousherater op zich nam.  Een mousherator is iemand  die tijdens de Ramadan de moslims wekt om hen in de gelegenheid te stellen aan hun vroege ontbijt te beginnen voordat het vasten weer begint.

De oude Palestijnse traditie waarin mensen van verschillende religies in vrede samenleven is onder druk komen te staan. De Israëlische bezetting is daarbij een belangrijke factor. Door die bezetting worden christenen en moslims tegen elkaar uitgespeeld bij voorbeeld bij checkpoints of doordat het besluit tot toestemming om te reizen wordt genomen op basis van religieuze identiteit. In het algemeen gesproken heeft in Palestina de solidariteit tussen de verschillende religies vaak ook een politieke dimensie. Zo nodigde een imam ooit christenen uit tot gebed in de moskee omdat dat niet in hun kerk kon vanwege de schade die was veroorzaakt door een inval van de bezettende troepen. De persoonlijke en menselijke verhalen over nabuurschap, met toegewijde liefde opgeschreven door de leerlingen, springen het meest in het oog. Soms worden ze verteld door hun ouders of grootouders, maar verschillende leerlingen hebben zulke kostbare momenten zelf mee gemaakt.

Nog een verhaal over nabuurschap, van Lama, een islamitische student:

“Ik hoorde de bel van de voordeur gaan. Muriel, mijn christelijke vriendin, en haar moeder kondigden zich aan. Ze kwamen om ons te wekken voor de suhur, het vroege ontbijt in de Ramadan. Muriel legde uit waarom ze ons kwam wekken: Om deze tijd ben ik gewend jouw stem te horen, maar vandaag hoorde ik niets. Daarom was ik een beetje bang dat je niet op tijd op zou zijn voor de suhur en dat je dan de hele dag op school honger zou hebben. Toen nodigde mijn vader die twee uit om met ons aan tafel te gaan voor de suhur. Tast toe, zei hij, en neem deel aan onze gebruiken net zoals Lama bij jullie wordt uitgenodigd bij de christelijke feesten.  Muriel kwam met haar ouders naar de iftar (het moment na zonsondergang waarop in de Ramadan de warme maaltijd begint). Bij binnenkomst gaf zij mij een cadeautje en daarna gingen we eten. We eindigden het vasten van die dag met dadels en Johannesbrood-limonade. Het was een heel bijzondere avond waar we allemaal blij van werden. Even konden we samen de misère van de bezetting vergeten.”

Soms vraagt het creativiteit en toewijding om religieuze grenzen te overschrijden. Het volgende verhaal gaat over een islamitisch meisje dat dolgraag bij het huwelijk van haar christelijke vriendin wilde zijn:

“Mijn vriendin en ik kennen elkaar al vanaf de kleuterschool. Het is geen toeval dat we samen zijn opgegroeid en onze vriendschap overleefde de middelbare schooltijd. Zij was de christelijke ambitieuze en geslaagde tegenvoeter van mij als creatief en angstig Moslimmeisje. We waren niet geïnteresseerd in religieuze scherpslijperijen en daarom hadden wij geen last van onderlinge verschillen op dit gebied. We waren gewoon twee Palestijnse meisjes die in dezelfde stad woonden, bezig met dezelfde dingen en die zich op dezelfde toekomst richtten. De jaren gingen voorbij en toen kwamen we aan bij de kerkdienst waarin het huwelijk van mijn vriendin werd bevestigd. Wij gingen naar de priester van de betreffende parochie en vroegen hem: Is het mogelijk dat een vrouwelijke Moslim getuige is bij het huwelijk van haar christelijke vriendin? Zijn antwoord luidde: Nee, dat kan niet. We zijn hier op religieus terrein en we mogen goddelijke wetten niet overtreden. Na wat wederzijdse water in de wijn  kwamen we tot een prachtige oplossing. De priester ging ermee akkoord dat ik bij de kerkdienst optrad als tweede getuige. Op deze manier hoefde ik geen kerkelijke documenten te ondertekenen.  Op de grote dag  schreed mijn vriendin de kerk binnen. Toen iedereen ging staan om   haar te verwelkomen  liep ik achter haar en droeg de ringen. Ook ik werd hartelijk welkom geheten. Wat was ik gelukkig!”

Het project “Burgerschap en verscheidenheid; hoe moslims en christenen samen leven”  is te danken aan samenwerking tussen het Arab Educational Institute (AEI) en het Ministerie van Onderwijs van de Palestijnse Nationale Autoriteit (PNA). Dit project richt zich op leerlingen in de leeftijd van 14 tot 17 jaar  van 30 middelbare scholen in de omgeving van Bethlehem en Ramallah om hen te helpen bij de verdere ontwikkeling van burgerschap  en respect voor verscheidenheid met behulp van het genoemde programma. Het wil voorkomen dat de goede verhoudingen tussen moslims en christenen worden gekaapt door invloeden van buiten die zorgen voor angst, het aanwakkeren van vooroordelen  en voor opvattingen die de ander uitsluiten. Op die scholen krijgen islamitische en christelijke leerlingen gezamenlijk godsdienstonderwijs. Er worden gezamenlijke uitstapjes ondernomen naar islamitische en christelijke heilige plaatsen en – vieringen en er zijn schrijfwedstrijden over verhalen die zijn verzameld en geschreven door de leerlingen.

Op Palestijnse scholen wil men zo het vuurtje van de traditie waarin religies vreedzaam samenleven opnieuw aanblazen. Het is bekend dat door de gezamenlijke viering van religieuze feesten de sfeer op scholen verbetert. Nadat op een van die scholen in gezamenlijke interreligieuze lessen een hoofdstuk was bestudeerd dat handelde over vrijgevigheid werd de daad bij het woord gevoegd door de viering van christelijke en islamitische feesten te verbinden met een onderwijsprogramma voor leerlingen uit arme gezinnen. Op een andere school organiseerden islamitische en christelijke leerlingen samen na de vastentijd/ramadan een hele dag op school waarop recepten voor vastenmaaltijden werden gedeeld en gekookt.

Een christelijke leraar vertelt:

“Tijdens de Islamitische Isra en Miraj feesten (waarop de nacht wordt herdacht waarop God Mohammed in de hemel opnam) werd er snoepgoed uitgedeeld aan alle leerlingen en ik, als de enige christelijke leraar, voelde me daarbij op m’n gemak en ik was ook ontroerd door dit initiatief van de leerlingen.”

De gezamenlijke vieringen op school geven islamitische en christelijke leerlingen de gelegenheid om kennis te maken met elkaars gewoonten en tradities en die te respecteren en zelfs te leren waarderen. Heel bijzonder is het, te zien dat deze vieringen zowel leerlingen als leerkrachten een gevoel van trots en waardigheid geven en daarnaast ook een meer doorleefde ervaring van gedeelde Palestijnse identiteit.

 

Toine van Teeffelen is onderwijs adviseur bij het Arab Educational Institute, antropoloog en gids. Hij woont in Bethlehem.

Fuad Giacaman is mede-voorzitter van het Arab Educational Institute in Bethlehem en hoofd van het interreligieuze programma. Eerder was hij directeur van een Palestijnse school en gaf les in verschillende vakken op verschillende scholen in Bethlehem.

KAIROS SABEEL zet zich in voor rechtvaardige vrede in Palestina.