Close

Verklaring van jonge Palestijnse christenen

Deze verklaring is, met groot besef van urgentie, geschreven door Palestijnse christelijke jongvolwassenen uit het hele land, die berouw en hoop uitdrukken over het voortdurende onrecht. Als je je in deze verklaring herkent, is het aan jou om haar ook serieus te nemen en ernaar te handelen. We dringen er bij iedereen op aan om de oproep te lezen en er serieus over na te denken.

Jongvolwassen van ‘Christus bij het checkpoint’

“Weg met het lawaai van jullie liederen! Ik zal niet luisteren naar de muziek van jullie harpen. Maar laat gerechtigheid voortrollen als een rivier, gerechtigheid als een nooit aflatende stroom!” (Amos 5: 23-24)

Verklaring van berouw en hoop

Wij, Palestijnse christelijke jongvolwassenen uit de 1948 gebieden (de staat Israël binnen de grenzen van 1948), Jeruzalem, de Westelijke Jordaanoever en Gaza, kunnen niet zwijgen over wat er in onze gemeenschap gebeurt. Gebaseerd op ons begrip van onze geestelijke, ethische en nationale verantwoordelijkheden, verklaren wij het volgende:

Ten eerste erkennen wij onze schuld en hebben wij berouw over onze eigen passiviteit, gebrek aan actie en aan solidariteit met hen die het ergst hebben geleden onder de koloniale onderdrukking in de recente gebeurtenissen en door de jaren heen. Wij hebben gefaald in het zijn van zout en licht in het land, en daarom hebben wij berouw over onze overtredingen en verplichten ons tot handelen. Degenen die binnen onze gemeenschap machtsposities bekleden, hebben blijk gegeven van aanzienlijke tekortkomingen in hun verklaringen en daden met betrekking tot het voortdurende onrecht dat Palestijnen wordt aangedaan: in Jeruzalem, Gaza, op de Westelijke Jordaanoever, tegen vluchtelingen en ‘48’ Palestijnen (Palestijnen die leven in de staat Israël binnen de grenzen van 1948).

Ten tweede, hoewel we geweldloos zijn en het lijden van alle onschuldigen verafschuwen, weigeren we in de val te lopen om het geweld en de overheersing door het systeem gelijk te stellen met het geweld van de onderdrukten die op het systeem reageren. Als je geen krachtig, eerlijk standpunt inneemt tegen onrechtvaardige systemen en probeert neutraal te zijn door eenvoudigweg alle geweld te veroordelen, is dit ofwel een uiting van onwetendheid of van moedwillige steun aan de machtigen.

Ten derde hebben we gebeden om vrede, kalmte en geduld; we moeten echter erkennen dat vrede niet kan bestaan zonder echte gerechtigheid. Daarom moeten we, hoewel we het belang van gebed erkennen, niet oproepen tot vrede die terugkeert naar een status quo van ongelijkheid, maar tot een transformerende vrede die het intrinsieke verband tussen vrede en gerechtigheid erkent en tot ware verzoening leidt.

Ten vierde is de woede van het Palestijnse volk een heilige woede – een rechtvaardige woede (Efeziërs 4:26-27), die het juk van onderdrukking in de vorm van Apartheid, landbezetting door kolonisten en onderdrukking van het gehele Palestijnse volk afschudt (intifada). Onze politieke leiders en machthebbers zijn medeplichtig aan deze onderdrukking en hebben de machtigen direct en indirect gediend. Jezus is vandaag aanwezig bij de Palestijnen die overal in het land lijden en zich verzetten tegen hun onderdrukking (Mattheüs 25:31-46).

Ten vijfde moeten wij opkomen voor onze eigen waardigheid en voor de waardigheid van hen met wie wij ons leven en onze pijn delen en wier bloed uit de aarde schreeuwt. Dit is een tijd van geweldloos verzet door middel van actie die zal getuigen van de God van de onderdrukten, gebouwd op de Palestijnse traditie van standvastigheid (Sumud).

Ten zesde moeten we een op handelen gerichte gemeenschap zijn die zich inzet voor hen die geen stem hebben en onderdrukt worden; onze verklaringen, theologische boeken en preken moeten geworteld zijn in de realiteit van onze context en ze worden alleen bekrachtigd door verder handelen, anders zijn ze leeg.

Ten zevende moeten we ophouden met onze tribale mentaliteit, die ons probeert te isoleren van onze buren en de realiteit om ons heen. We zijn geobsedeerd door gevechten om macht, status en geld, die we, als discipelen van Jezus en voor het Koninkrijk van God, bereid moeten zijn te verliezen. Onze tribale mentaliteit wordt gebruikt door onze onderdrukkers en wij moeten ons verenigen in solidariteit met elkaar (Johannes 17:21).

Tenslotte beginnen we aan een nieuw hoofdstuk waarin hoop door verzet (muqawama) aanwezig is terwijl het geweld van onze onderdrukkers steeds heftiger wordt. Overal in het land komen Palestijnen op voor hun eigen menselijkheid, ondanks het feit dat ze gelyncht, gebombardeerd en verdreven worden. De versplintering van de Palestijnen in de bezette gebieden, Jeruzalem, 48 gebieden en de diaspora is aan het verdwijnen, en een hernieuwd gevoel van eenheid is aan het ontstaan.

Daarom doen wij een dringende oproep:

1.  Berouw te tonen voor onze tekortkomingen en onze passiviteit ten aanzien van het onrecht. Wij verplichten ons tot voortdurende zelfevaluatie en acties om de waarheid werkelijk tot uitdrukking te brengen.

2. Onmiddellijk en eerlijk zelf reflecteren over het algemene falen van onze leiders, kerken en gemeenschap.

3. Het verheffen en versterken van de stem van de jongere generatie over deze kwesties, in het bijzonder vrouwen. Het niet opnemen van deze stemmen en pogingen om ze te censureren zullen uiteindelijk leiden tot lege kerken en broze organisaties. Wij zullen niet zwijgen.

4. Het hoofd bieden aan anti-moslim houdingen en elke andere benadering die de ander uitsluit.

5. Het dekoloniseren van onze kerken van Westers geld en invloed die dienen om onze gemeenschap tot zwijgen te brengen; in het bijzonder het Christenzionisme.

6. Met kracht de waarheid tegen de macht spreken, ook tegen onze eigen leiders.

7. Het ontwikkelen van acties die het onrecht bestrijden dat begaan wordt tegen de meest kwetsbaren in onze samenleving en toegewijd aan solidariteit met de onderdrukten.

8. Ons verenigen, samen en met allen die streven naar een alles veranderende vrede die gerechtigheid bevordert.

Bethlehem, 12 juni 2021