Close

 

De moderne theologen;

Perspectieven op de 21ste eeuw. Nederland bevrijden van theologisch provincialisme.

 

In een recensie op de website van Nieuw Wij komt Mitri Raheb aan het slot aan het woord:

De samenstellers van het boek onderstrepen tot twee maal toe het belang van Palestijnse bevrijdingstheologie. Deze Palestijnse theologie zet volgens hen álles op scherp. Dat is ook mijn ervaring. De inleiding op hoofdstuk 13 komt van Pieter Dronkers die kundig alle belangen in het Israëlisch-Palestijnse conflict beschrijft en de basisgedachte van de gerechtigheid zoals die leeft onder Palestijnse bevrijdingstheologen verwoordt. Het gaat om gelijke democratische rechten voor alle inwoners van het ‘Heilige Land’, een eigen Palestijnse staat en erkenning voor en herstel van het onrecht van de Nakba (‘de catastrofe’, p. 578).

 

Tegen die achtergrond schrijft Mitri Raheb. Hij richtte een belangrijk onderwijsinstituut in Bethlehem op, waar hij als Luthers theoloog en pastor woont. Hij was één van de auteurs van het Kairosdocument uit 2009, de aanklacht tegen het lijden van het Palestijnse volk en de oproep om elke theologie die dit lijden rechtvaardigt uit te bannen. De Palestijnen zijn eeuwenlang door verschillende empires bezet en herkennen zich in Jezus’ strijd daartegen. Zij identificeren zich met het bijbelse ‘volk van het land’ dat niet in ballingschap werd gevoerd. Rahebs theologie, één van de meest radicale stemmen uit de Palestijnse theologie, roept verzet op, daar waar hij zich kritisch uit over de realiteit van een Joodse identiteit. Ook schrijft hij afwijzend over liberale protestanten die geneigd zijn het hele Midden-Oosten en de Arabische wereld als primitief en totalitair te zien en over dialoogtheologie die te veel boven het leed van de Palestijnen uit zweeft.

 

Met gevoel voor understatement stelt Marcel Poorthuis dat het wel zeer opvallend is dat iedere verwijzing naar de Shoah en naar het nazisme als totalitair regime ontbreekt. Israël staat in het rijtje Assyriërs, Babyloniërs, Perzen, Romeinen, Ottomanen, kruisvaarders en Britten. 

 

Het gekozen tekstfragment van Raheb gaat over de deemoedigen die het land Palestina zullen beërven (Matteus 5,5). Hij wil die tekst niet spiritualiseren, maar concreet opvatten. Jezus moet zich hebben vergist, want het zijn niet de deemoedigen, maar de machtigen die het land bezet houden. En als men terugkijkt in de geschiedenis, is het altijd weer een andere grootmacht geweest die het land bezette, tot op het huidige Israël. Israël staat in het rijtje Assyriërs, Babyloniërs, Perzen, Romeinen, Ottomanen, kruisvaarders en Britten. Pas als we zien dat Israël verbonden is met een lange rij bezettende grootmachten, kunnen we volgens Raheb de woorden van Jezus verstaan. Immers, uiteindelijk zal ook deze grootmacht, net als al die anderen, weggeblazen worden. Zo onvoorstelbaar als het in Jezus‘ tijd was dat er ooit een einde zou komen aan de Romeinse overheersing, zo onvoorstelbaar is het misschien nu voor Palestijnen dat zij ooit bevrijd zullen worden. Maar op het moment dat Jezus dit uitsprak, werd de macht overgeheveld naar het volk van het land.

 

Vraag opnieuw: gebeurt hier datgene wat we als vrucht van een dergelijk boek hopen, namelijk dat we er meer van willen weten? Dat het prangende vragen oproept, een begin van bijval en tegenspraak, maar vooral ook een zucht naar verder, dieper, hoger? Je krijgt bij Mitri Raheb het gevoel dat je je vingers gaat branden en dat je er tenminste andere Palestijnse theologen bij moet lezen, maar ook dat theologie niet vrijblijvend is en dat je concreet moet durven zijn. Ook zo kan het werken.